Terug naar de beginpagina

Een paar historische romans over de 

Griekse & Romeinse wereld in de Oudheid

Jaap-Jan Flinterman



In mijn studententijd (ik heb in de jaren '70 van de vorige eeuw Geschiedenis gestudeerd) vond ik het prettig kennisverwerving te combineren met de lectuur van historische romans over de periode die ik moest bestuderen. Het plezier dat ik beleefde (en nog steeds beleef trouwens) aan het lezen van historische fictie, heeft altijd iets dubbelzinnigs gehouden. Wat zijn de criteria die je aanlegt bij de beoordeling van historische romans? Is dat in de eerste plaats literaire kwaliteit? Dan is er op veel goed gedocumenteerde en onderhoudende historische romans het nodige aan te merken. Of zijn het de historische plausibiliteit van de handeling en de personages en de nauwgezetheid van de reconstructie van de context? Dan vallen weer andere romans af. Zo laat Louis Couperus in Antiek toerisme (1911), een roman die speelt tijdens de regering van keizer Tiberius (14-37 n.Chr.), een van zijn personages verwijzen naar de biografie van Alexander de Grote van de hand van Plutarchus (ca. 45-120 n.Chr.). Hoe kleurrijk Couperus' evocatie van Romeins Egypte ook mag zijn en hoe knap ook de constructie van zijn roman, zo'n anachronisme doet de Batavus Droogstoppel in mij ontwaken. De onderstaande romans zijn gebaseerd op grondig onderzoek (wat niet wil zeggen dat er nooit eens iets misgaat) én hebben naar mijn smaak (enige) literaire verdienste. Over smaak valt overigens te twisten, gelukkig maar: zoals uit deze blog blijkt, deelt Jona Lendering mijn voorkeuren niet (volledig). De volgorde van mijn lijstje is gebaseerd op de chronologie van de handeling: de eerste van de reeks speelt in de zesde eeuw v.Chr., de laatste in de vierde eeuw n.Chr. Alle genoemde romans zijn nog in de handel; van de buitenlandse is veelal ook een Nederlandse vertaling verschenen.
 

Simon Vestdijk (1898-1971) schreef drie 'Griekse romans': Aktaion onder de sterren (1941), De verminkte Apollo (1952) en De held van Temesa (1962). Vestdijk schijnt weinig meer gelezen te worden; probeer De verminkte Apollo eens – misschien word je bekeerd. Zelf vind ik deze 'Roman uit het oude Griekenland (589 vc.-584 vc.)' in elk geval de meest meeslepende van de drie.Simon Vestdijk - Portret van de hand van Edgar Fernhout - foto: https://www.flickr.com/people/vestdijk-beeldbank/ De verminkte ApolloDe Delphiër Diomos wordt er met zijn jongere vriend Aletes op uitgestuurd om een uit de Apollotempel verdwenen beeld van de godheid te zoeken. Na omzwervingen die hen onder andere naar Sicyon, Corinthe en Thebe voeren, vinden zij het beeld terug onder omstandigheden die Aletes het leven kosten. Na terugkeer in Delphi begaat Diomos een daad van heiligschennis, die hem een verbanning voor acht jaar oplevert; in den vreemde vindt hij de dood. Het centrale thema van de roman is de strijd tussen de verering van Apollo en de Dionysuscultus. Vestdijk toont zich hier schatplichtig aan de Duitse classicus en filosoof Friedrich Nietzsche, die de tegenstelling tussen het Apollinische en het Dionysische als fundamenteel voor de Griekse cultuur beschouwde. In de roman speelt de botsing tussen de tegengestelde principes zich zowel in de historische realiteit als in de ziel van de hoofdpersoon af: Diomos is in zijn extreme devotie jegens Apollo en zijn al even extreme afkeer van Dionysus eerder een Dionysische dan een Apollinische figuur. Zie ook de informatieve studie Over de Griekse romans van Simon Vestdijk van Rudi van der Paardt, Amsterdam 1979.


Wat wíj in navolging van de Grieken de 'Perzische oorlogen' noemen, belicht Gore Vidal (1925-2012) in Creation (1981) vanuit Perzisch gezichtspunt, tegen de achtergrond van de geschiedenis van het Achaemenidische rijk tijdens de regeringen van Darius, Xerxes en Artaxerxes I. CreationDe hoofdpersoon en verteller, Cyrus Spitama, is een kleinzoon van de Iraanse profeet Zoroaster en een jeugdvriend van Xerxes.Gore Vidal Hij is het enige kind uit het huwelijk tussen een Perzische aristocraat en een Grieks meisje uit Abdera. Rond het midden van de vijfde eeuw vertoeft hij, hoogbejaard, als gezant van de Perzische koning in het Athene van Pericles, hoort daar een voordracht van de geschiedschrijver Herodotus over de 'Perzische oorlogen' en vertelt in reactie daarop aan zijn (uit Abdera afkomstige) neef Democritus zijn levensverhaal. Eerder heeft hij in dienst van de opeenvolgende Perzische koningen reizen ondernomen naar India (waar hij Boeddha heeft ontmoet) en China (waar hij geruime tijd in het gezelschap van Confucius heeft verkeerd). Het geschiedfilosofische concept 'Achsenzeit' blaast op de achtergrond natuurlijk een stevig deuntje mee (in Athene komt de kleinzoon van Zoroaster ook nog kortstondig in contact met een jeugdige steenhouwer, Socrates), maar toch is Creation in de allereerste plaats een zeer onderhoudende en ook erg geestige roman.
 

Van de serie Griekse romans van Mary Renault (1905-1983) – The Last of the Wine (1956); The King Must Die (1958); The Bull From the Sea (1962); The Mask of Apollo (1966); Fire from Heaven (1969); The Persian Boy (1972); The Praise Singer (1978/9) en Funeral Games (1981) – is The Last of the Wine naar mijn smaak de meest geslaagde:The Last of the Wine Mary Renaulthet verhaal van Alexias, een Atheense jongen die opgroeit tot man in de tweede fase van de Peloponnesische oorlog, van het begin van de Atheense expeditie naar Sicilië in 416 v.Chr. tot en met de Atheense capitulatie, het oligarchische regime van de Dertig en het herstel van de democratie in 404/3 v.Chr. Maar The Mask of Apollo, over een Atheense acteur die verwikkeld raakt in de intriges aan het hof van de tirannen van Syracuse (waar hij onder anderen Plato tegen het lijf loopt), is ook lang niet slecht, en hetzelfde geldt voor The Persian Boy, over de liefdesrelatie tussen een Perzische eunuch en Alexander de Grote. Eigenlijk staan alle Griekse romans van Mary Renault wel garant voor een aantal plezierige uren lectuur. Op het literaire niveau valt best wat af te dingen, maar als weinigen verstond de Brits-Zuidafrikaanse schrijfster de kunst een spannend verhaal te vertellen en personages te creëren waarmee je je kunt vereenzelvigen. En dan dwingt haar beheersing van het bronnenmateriaal ook nog eens respect af.
 

De nadagen van Pilatus (1938) van Simon Vestdijk (1898-1971) speelt in het Rome van keizer Caligula (37-41 n.Chr.). Hoofdpersonen zijn de voormalige stadhouder van Judaea, die ooit de opdracht heeft gegeven tot de executie van een zekere Jezus van Nazaret; Maria Magdalena, een volgelinge van deze Jezus; en de gestoorde keizer Caligula. Er is een leerzaam essay over deze roman van Rudi van der Paardt, 'Vestdijk tussen Seneca en Suetonius.De nadagen van Pilatus Menno ter BraakOver De nadagen van Pilatus', in: idem, Antieke motieven in de moderne Nederlandse letterkunde. Een eigentijdse Odyssee (Amsterdam 1982), blz. 29-45; zie van dezelfde auteur 'De "slechte keizer" in de Nederlandse literatuur: Couperus' Komedianten en Vestdijks Nadagen', Lampas 21 (1988), blz. 257-270. Een enthousiaste bespreking van de hand van Jona Lendering kun je hier vinden. Het opvallendste personage in De nadagen van Pilatus  is misschien wel Maria Magdalena. De essayist en literatuurcriticus Ter Braak (foto) meende dat Vestdijk haar had geportretteerd als 'een soort gnostische prostituée' (Het Vaderland 27 november 1938), en waarschijnlijk heeft Vestdijk zich hier inderdaad, direct of indirect, laten inspireren door onorthodoxe oudchristelijke geschriften. Pikant c.q. historisch interessant  is de volgende uitspraak van Van der Paardt uit 1982: "Op het ogenblik is het misschien niet meer goed te begrijpen welke emoties de verschijning van deze roman [in 1938, jjf] heeft losgemaakt." Inmiddels zijn we wat meer vertrouwd geraakt met de emoties die fictie over de oorsprong van een religie teweeg kan brengen. Vestdijk kreeg weliswaar te maken met 'negatieve, soms kwaadaardige recensies' en de verontwaardiging rond De nadagen van Pilatus is waarschijnlijk ook niet geheel vreemd geweest aan zijn ontslag als letterkundig redacteur van de NRC in 1939, maar dat was natuurlijk toch heel andere koek dan de fatwa van Ayatollah Khomeini tegen Salmon Rushdie naar aanleiding van The Satanic Verses (1988).
 

In I Claudius (1934) en Claudius the God (1935) koos Robert Graves (1895-1985) de vorm van een vertrouwelijke autobiografie van de vierde keizer uit het Julisch-Claudische huis. Het eerste deel behandelt de intriges aan het Romeinse hof tot de troonsbestijging van Claudius;I Claudius Robert Graveshet tweede deel zijn regering (41-54 n.Chr.). Buitengewoon aangename lectuur, waarbij men natuurlijk wel dient te bedenken dat Graves met graagte insinuaties van antieke geschied­schrijvers en biografen als Tacitus en Suetonius tot de status van feit verheft. Tot de hoogtepunten in beide romans behoren de beschrijving van een twistgesprek tussen de geschiedschrijvers Livius en Asinius Pollio in aanwezigheid van de dan nog jeugdige hoofdpersoon, die zelf ambities als historicus heeft; het verhaal van Claudius' troonsbestijging en van de rol daarbij van de Joodse cliëntkoning Herodes Agrippa; het relaas van de verovering van Britannia; en het verslag van de gebeurtenissen die leiden tot de executie van Claudius' overspelige echtgenote Messalina. Van de romans werd in 1976 door de BBC een immens succesvolle tv-serie gemaakt, met in de hoofdrol Derek Jacobi; nog steeds alom op DVD verkrijgbaar.


Ook Marguerite Yourcenar (1903-1987) maakt in de Mémoires d'Hadrien (1951) gebruik van de vorm van gedenkschriften van een keizer: Hadrianus, die van 117-138 n.Chr. het Romeinse rijk regeerde. Prachtige, maar niet bepaald licht verteerbare roman waarin het leven in het Romeinse rijk van de tweede eeuw van onze jaartelling zorgvuldig wordt geëvoceerd.Mémoires d'Hadrien Marguerite YourcenarDe roman is opgebouwd als een lange brief van de keizer, die zijn levenseinde voelt naderen, aan zijn adoptiefkleinzoon en toekomstig opvolger, Marcus Aurelius. Onvermijdelijk staat de grote tragedie in Hadrianus' leven centraal: zijn liefde voor een jonge Griek uit Bithynië, Antinoüs, die tijdens een keizerlijk bezoek aan Egypte onder raadselachtige omstandigheden in de Nijl verdronk. De ontroostbare Hadrianus liet hem onder de goden opnemen en stichtte aan de Rode Zee een naar zijn geliefde genoemde stad; beelden van Antinous hebben tot op de dag van vandaag een prominente plaats in oudheidkundige musea. Vgl. over deze magistrale roman het artikel van E. van der Starre, 'Hadrianus redivivus? Marguerite Yourcenar en de historische roman', Lampas 21 (1988), blz. 271-289. Ook Ronald Syme, een  van de grootste oudhistorici van de twintigste eeuw, wijdde in 1984 een lezing aan de pennenvrucht van Yourcenar: 'Fictional history old and new: Hadrian', herdrukt in: Roman Papers VI (Oxford 1991), blz. 157-181. Nederlandse vertaling: Marguerite Yourcenar, Herinneringen van Hadrianus. Vertaald door Jenny Tuin, Amsterdam 1998.


De hoofdpersoon van De berg van licht (1905) van Louis Couperus (1863-1923) is Elagabalus, een jeugdige priester van een lokale zonnegod uit het Syrische Emesa (het moderne Homs), die van 218 tot 222 n.Chr. keizer van Rome was en wiens decadente gedrag de Romeinen met ontzetting vervuldeLouis Couperus - Portret van de hand van Hendrik HavermanDe berg van lichtHij werd vermoord en opgevolgd door zijn neef Alexander Severus, de laatste keizer uit de Severische dynastie. Ik weet niet of het barokke proza dat Couperus in deze  roman hanteert, voor moderne lezers nog te pruimen is, maar lees de eerste alinea van de roman (hieronder) eens hardop voor jezelf voor. Misschien ben je dan wel verkocht, want het behoort tot de fraaiste stukken kunstproza die in het Nederlandse taalgebied zijn geproduceerd. Wil je het jezelf wat makkelijker maken, probeer dan het verhaal 'De naumachie', over de wederwaardigheden van een jonge gladiator tijdens een zeeslag tussen gladiatoren onder keizer Claudius. Het is te vinden in de bundel Schimmen van schoonheid (1912); vgl. Manfred Horstmanshoff: "En ik verheugde mij om de rijzende zon." Een interpretatie van Couperus' verhaal 'De naumachie'. Couperus Cahier VI (Den Haag 2001). Ook De Komedianten (1917), een roman die speelt ten tijde van keizer Domitianus (81-96), schijnt de moeite waard te zijn; vgl. het hierboven vermelde Lampas-artikel van Rudi van der Paardt. Verder zoeken kan met behulp van de informatieve website van het Louis Couperus Genootschap.

                                                                                                                                                                 
In den zoelen nacht van nazomer triltintelden over Emessa aan wijd effen hemel van wolkenlooze nachtkleur de duizende en duizende kristallen sterren, en tusschen de schitterendste vulde de hemelafgrond zich met fijner gepoeier van licht, terwijl daar omheen weêr kleinere dan die zongroote, maar grootere dan zoó poeierfijne geprikt waren in onbenaderbaren overdaad, als waren van starrenweelde de goden dronken geweest, als hadden zij allen, de goden, alle de starren uitgezaaid in zwijmelende lichtdronkenschap. En dwars over dien hemel van weelde blankte de breede en uitvloeiende Melkweg, nauwlijks als een sluier en meer als een glorie, en een pad van triomf voor den oppergod, gepoeierd met lichtstof, gestapeld met sterren, zoo vele, dat de voeten der goden, welke er over heen zouden gaan, daar zeker in verzinken zouden als in een gouden zand, diep.                                                                                                                                                                                            

De biografie van Elagabalus die deel uitmaakt van de Historia Augusta, een verzameling keizerbiografieën uit de vierde eeuw, is vertaald door Vincent Hunink (Amsterdam 2001) en heruitgegeven als gratis e-book: Het schandelijke leven van Heliogabalus. Van de hand van Martijn Icks is er een uitvoerige studie over leven en Nachleben van de keizer: The crimes of Elagabalus. The life and legacy of Rome's decadent boy emperor, Cambridge, Massachusetts 2012. De volledige tekst van De berg van licht is te vinden op de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren, hier.


Gore VidalJulianIn navolging van Robert Graves en Marguerite Yourcenar schreef ook Gore Vidal (1925-2012) met Julian (1964) fictieve mémoires van een keizer, in dit geval de laatste heiden op de troon van het Romeinse rijk. Julianus 'de Afvallige' probeerde tijdens zijn korte regering (361-363) de onstuitbare opmars van het christendom een halt toe te roepen. De schrijver heeft het zich zeker niet gemakkelijk gemaakt: een inmiddels wel bekende succesformule is hier op originele wijze toegepast. De handeling van de roman speelt in feite enkele decennia na de dood van Julianus, en de dan zojuist opgedoken gedenkschriften van de keizer worden doorsneden met het commentaar van twee met de keizer bevriende intellectuelen, die de beschreven gebeurtenissen ook hebben meegemaakt: de redenaar Libanius en de filosoof Priscus. Het resultaat is tegelijkertijd ontroerend en hilarisch. Julian is een van de meest geslaagde romans van een van Amerika's grootste romanciers. Over de godsdienstpolitiek van Julianus bestaat een even toegankelijk als informatief boek in het Nederlands van de hand van Hans Teitler, Julianus de Afvallige. Nieuw licht op de christenvervolgingen, Amsterdam 2009; daarvan is inmiddels bij de Oxford University Press ook een Engelse versie verschenen: The last pagan emperor. Julian the Apostate and the war against Christianity, New York 2017.
 

Terug naar de beginpagina