Leerstoelgebied Oude Geschiedenis, Faculteit der
Letteren, Vrije Universiteit
Noten
[1]
Standaardtekst:
Artemidori Daldiani
Oniricriticon Libri V, ed. Roger A. Pack, Leipzig 1963. Bij
de voorbereiding
van dit artikel is dankbaar geprofiteerd van de recente Nederlandse
vertaling
van Simone Mooij-Valk 2003. Citaten uit de
Oneirocritica
zijn ontleend aan deze vertaling; in sommige gevallen hebben wij om
compositorische
of inhoudelijke redenen de vrijheid genomen kleine veranderingen aan te
brengen. Apuleius'
Apologie wordt
geciteerd in de vertaling van Vincent Hunink (
Toverkunsten,
Amsterdam 1992).
[2] Voor de
getuigenissen over en restanten van andere Griekse droomboeken uit de
Oudheid
en hun auteurs kan men terecht bij de becommentarieerde verzameling van
Del
Corno 1969.
[3] Zie voor
deze kwantitatieve gegevens Hahn 1992, 8; Weber 1999, 211.
[5] Artem.
1.50 (56,4-10 Pack).
[6] Zie de
methodische uiteenzetting van Hahn 1992, 7-8; vgl. Klees 1990, 56-57;
Pomeroy
1991, 57-60; Weber 1999, 216-219. Voor het gebruik van Artemidorus als
sociaal-historische bron biedt Laukamm 1930 een buitengewoon nuttige
materiaalverzameling. MacMullen 1971 heeft gedemonstreerd hoe
astrologische
geschriften op soortgelijke wijze kunnen worden benut.
[7] Artem.
3.18 (211,22-24 Pack); zie ook 1.37 (46,7-8 Pack).
[8] Artem.
2.27 (149,2-5 Pack); vgl. Hahn 1992, 32. Zie voor de metafoor Chrys.,
De inani gloria 4;
P.
Oxy. 41.4-7; 1305; 1413.3, 21 en 24; 2407.11v.; vgl.
Merkelbach ,
ZPE 72, 1988, 65-66.
[9] Tarwe en
gerst: Artem. 1.51 (58,13-14 Pack); vgl. Gal.,
De
alimentorum facultatibus 1.10 en 11 (6,506-507 Kühn), met
Garnsey 1999, 119-120 met n. 17. Links en rechts: Artem. 1.2 (9,7-10
Pack),
1.21 (28,7-13 Pack), 1.26 (34,7-9 Pack), 1.31 (37,19-20 Pack), 1.42
(48,10-14
Pack); vgl. Blum 1936, 102-103, die erop wijst dat ook in de
Oneirocritica zélf rechts gunstig en
links ongunstig is, zie bijvoorbeeld 2.36 (166,4 Pack) en 5.92 (324,1-3
Pack);
Schwabl 1987, 86.
[10] Artem. 4.10 (250,5-6 Pack).
[11] Artem. 1.15 (23,22-24,3 Pack).
[13] Schwabl
1987, 89 kondigde een monografie met de titel
Das
Traumbuch des Artemidor als religionsgeschichtliche Quelle
(Göttersystem und Götterträume) aan; tot dusverre is deze
niet verschenen.
[14] Lane Fox
1986, 155-158.
[16] Zie
vooral 1.
prooemium (3,2-6 Pack:
δεινὸν εἰπεῖν ... συνετόν); 2.
prooemium
(100,15-16 Pack) en 2.70 (202,
9 Pack: ἀνδρῶν σοφώτατε); 3.
prooemium
(204,1-2 Pack: τὸ μεγαλεῖον τῆς σῆς σοφίας). Zoals uit
Artem. 2.70 (203,13-15 Pack) blijkt, was de geadresseerde van de eerste
drie
boeken van de
Oneirocritica
afkomstig
uit Phoenicië. Desondanks is de identificatie met de filosoof-redenaar
Maximus
van Tyrus, hoewel aantrekkelijk, verre van zeker, zie Trapp 1997, xii.
[17] Artem. 4.
prooemium
(236,8-14 Pack).
[18] Artem. 1.10 (19,5-24 Pack).
[19] Artem.
3.
prooemium (100,1-20 Pack).
[20] Vgl.
voor het doel van boek 4 Artem. 4.
prooemium
(237,22-238,10 Pack) en 5.
prooemium
(302,7-9 Pack).
[21] Artem. 5.
prooemium
(302, 9-10 Pack): … σοι προσδεῖν ἡγούμενος τριβῆς τε καὶ
γυμνασίας ...
[22] Vgl. Pack 1941, 322; Robert 1978,
538-539.
[23] Artem. 3.66 (235,13-22 Pack).
[24] Artem. 2.70 (203,5-15 Pack).
[25] Artem. 2.70 (203,13-15 Pack).
[26] Artem. 1.35 (45,2-5 Pack); vgl.
Bowersock 2004, 57-58.
[27] De enige
duidelijke parallel wordt gevormd door een tweetal brieven van
Apollonius van
Tyana:
Epp. Apoll. 71 en 72;
Philostr.,
VA 4.5. Vgl. Hahn 1992,
17
met n. 37; Flinterman 1993, 106-107 met n. 27. Men vraagt zich af hoe
Cassius
Maximus, klaarblijkelijk Romeins burger, de onderhavige passage heeft
opgevat.
[28] Artem.
1.26 (33,11-12 Pack); vgl. de verwijzingen in de noot van Pack ad loc.
[29] Artem.
4.1 (242,11 Pack): Φίλαγρος ὁ ῥήτωρ. Vgl.
Pack 1955, 286; Bowersock 2004, 55.
[30] Pace
Bowersock 2004, 54-57, die een datering in de
Severische periode heeft voorgesteld. Ook het feit dat de Artemidorus
die door
Galenus,
Commentarius in Hippocratis
De victu acutorum 1.15 (15.444 Kühn) wordt vermeld,
vermoedelijk de auteur
van de
Oneirocritica is, wijst
eerder
in de richting van de Antonijnse dan de Severische periode; vgl. Price
1986, 10
met n. 18; Weber 1999, 211 met n. 9.
[32] Artem. 1.
proemium
(2,13-20
Pack); vgl. 5.
prooemium (301,10-12
Pack).
[33] Artem. 1.
prooemium
(2,11-13
Pack).
[34] Artem.
2.70 (202,19-22 Pack).
[35] Zie voor
de culturele en intellectuele bagage en de veronderstelde status en
welstand
van Artemidorus Pack 1955, 287; Price 1986, 30-31; Lane Fox 1986, 156;
Pomeroy
1991, 53-54.
[36] Zie voor
deze en andere droomclassificaties uit de Oudheid Kessels 1969, met de
correcties van Schrijvers 1977.
[37] Artem.
1.1 (3,9-4,21 Pack); 4.
prooemium
(238,20-240,28 Pack). In feite zijn
oneiros
en
enhypnion synoniem, en het
onderscheid is een kwestie van vakjargon, zoals Artemidorus ook zelf
toegeeft,
4.
prooemium (238,20-239,8 Pack);
vgl.
echter Van Straten 1976, 12-13. De vertaling van
enhypnion
als 'voorstelling in de slaap', die het door Artemidorus
gemaakte onderscheid goed laat uitkomen, is van Simone Mooij-Valk.
[38] Artem.
1.2 (6,16-17 Pack); vgl. voor oraculaire dromen Dodds 1951, 107-110; en
de
belangrijke studie van Van Straten 1976.
[39]
Macrobius,
Comm. In Somn. Scip.
1.3.8;
vgl. Kessels 1969, 395.
[40] Artem.
1.2 (4,23-5,1 Pack) en 4.1 (241,8-9 Pack).
[41] Artem.
4.1 (241,3-4 en 9-10 Pack). Zie voor Artemidorus' behandeling van het
onderscheid tussen aanschouwelijke en symbolische dromen 1.2 (4,22-6,20
Pack)
en 4.1 (241,1-242,1 Pack).
[42] Vgl.
voor de verschillende interpretatietechnieken Laukamm 1930, 66-71; Del
Corno
1982, 60; Eyben 1996, 96-98; Holowchak 2002, 96-97; Mooij-Valk 2003,
14-16.
[43] Zie
hierboven, n. 5.
[44] Zie
hierboven, n. 7.
[45] Artem. 2.37 (172,13-15 Pack);
Od.
8.266-369.
[46] Artem. 5.36 (309,24-27 Pack).
[47] Artem. 4.25 (261,1-10 Pack); vgl.
Hahn 1992, 10; Näff 1995, 117.
[48] Artem. 1.2 (9,7 Pack) en 1.47-48
(53,14-20 Pack); vgl. Annequin 1987, 87-88;
Schwabl 1988, 135 n. 27; Klees 1990, 66-67; Pomeroy 1991, 71; Hahn
1992, 31.
[49] Artem. 1.35 (44,15-18 Pack);
vgl.Kudlien 1991, 73; Pomeroy 1991, 73.
[50] Zie
hierboven, tekst voor n. 8.
[51] Artem. 4.28 (263,4-12 Pack).
[52] Artem. 4.28 (263,12-14 Pack).
[53] Artem. 3.38 (220, 7-20, in het
bijzonder 14-15);
menein betekent
'blijven',
kratein 'vasthouden'. De
redenaar Aelius
Aristides (
or. 47.51 Keil) gelastte
een voorgenomen reis af toen hij droomde dat iemand hem werken van de
komediedichter Menander bracht; vgl. voor deze en andere parallellen
Packs noot
ad loc.
[54] Artem. 2.12 (119,13-15 Pack); vgl.
Schwabl 1988, 158.
[55] Artem. 4.80 (296,8-10 Pack).
[56] Artem. 3.28 (216,11-12 Pack).
Dikē
= 4+10+20+8= 42;
galē = 3+1+30+8=42.
[57] Artem.
4.24 (259,7-13 Pack).
[58] Zie
hierboven, tekst voor n. 6.
[59] Artem. 1.9 (18,16-20 Pack).
[60] Artem. 1.8 (17,3-18,15 Pack). Het
citaat is 18,13-15 Pack.
[61] De
uitvoerigste behandeling van de 'elementaire gegevens' biedt Artem. 4.2
(242,16-245,23 Pack).
[62] Price
1986, 13 gaat voorbij aan de betrekkelijkheid van de grondregel.
[63] Artem. 1.5 (14,9-15,18 Pack); vgl.
Annequin 1987, 79-80.
[64] Artem. 4. 49 (276,6-9 Pack); vgl.
2.53 (183,8-10 Pack).
[65] Pomeroy 1991, 62; vgl. Weber 1999,
219: "Ein Traumsymbol war in der Auslegung überaus flexibel, sogar
strukturell
ambivalent." Laukamm 1930, 71 spreekt van 'Scharfsinn und Willkür'.
[66] Zie voor
een heldere verwoording van de alternatieven Artem. 4.2 (247,9-10
Pack): ὅπως δὲ χρὴ προαγορεύειν, ἐπιτρεπτέον αὐτῷ τῷ θεῷ ἢ τῇ ἑαυτοῦ
ψυχῇ. Vgl., ook voor het volgende,
Del Corno 1978, 1611; Price 1986, 16-17; Schwabl 1988, 142-143; Weber
1999, 215
n. 23; Mooij-Valk 2003, 13 en 238 n. 22.
[67] Artem.
1.6 (16,5-7 Pack); vgl. 4.2 (246,19-22
Pack), waar Artemidorus de alternatieven – de godheid of de ziel van de
dromer
– lijkt te willen combineren, maar de zaak uiteindelijk toch open laat:
"… de godheid geeft met het oog op de toekomst
de dromen aan de ziel van de dromer, die van nature voorspellende
vermogens
heeft, of wat ook anders de oorzaak is van het dromen."
[68] Artem.
1.6 (16,7-9 Pack); 4.3 (247,10-12 Pack).
[69] Zie
bijvoorbeeld Artem. 1.2
(5.21 Pack: προαγορεύει ἡ ψυχή);
3.22 (213,14 Pack: δείκνυσιν ἡ ψυχὴ τῷ ὁρῶντι); vgl. 4.27
(261,23-262,3 Pack: ἡ ψυχὴ ... προαγορεύει ...
δείκνυσιν).
[70] Artem.
1.2 (5,17-18 Pack): Ὄνειρός ἐστι
κίνησις ἢ πλάσις ψυχῆς πολυσχήμων σημαντικὴ τῶν ἐσομένων ἀγαθῶν ἢ κακῶν.
[71] Artem.
4.59 (284,3-7 Pack).
[72] Zie
Herophilus fr. 226a-c Von Staden 1989, met Von Staden 1989, 306-307;
Oberhelman
1993, 135-136.
[73]
Schrijvers 1977, 18. Vgl. hierboven, citaat voor n. 67.
[74] Artem.
1.
prooemium (1,5-7 Pack).
[76] Zie
hierboven, n. 38.
[77] Zie
hierboven, tekst voor n. 24.
[78] Zie
hierboven, citaat voor n. 39.
[79] Artem. 2.69 (195,3-10 Pack).
[80] Artem. 2.69 (195,10-18 Pack).
[81] Apollonius van Tyana: Flinterman
1993, 57-98. Alexander
van Abonouteichus: Flinterman 1996, 22-29.
[82] Zie voor
fysiognomie Barton 1994a, 95-131; Gleason 1995, 29-81. Barton 1994a,
100 wijst
erop dat in de overgeleverde fysiognomische traktaten uit de
Grieks-Romeinse
wereld de nadruk eerder ligt op het diagnosticeren van het karakter van
het
object van observatie dan op het voorspellen van diens toekomst. De
Physiognomica van Artemidorus' oudere
tijdgenoot Polemo bevat echter ook enkele voorspellingen, vgl. Barton
1994a,
207 n. 37; Gleason 1995, 48-49; Pack 1941, 332; zie voor een
fysiognomische
voorspelling ook Suet.,
Tit. 2. Het
ligt in de rede te veronderstellen dat divinatie in de activiteiten van
fysiognomici die op de markt opereerden, een prominenter plaats innam;
de door
Artemidorus eveneens vermelde
morphoskopoi
en
cheiroskopoi kunnen worden
beschouwd
als beoefenaren van fysiognomische subdisciplines, vgl. Bouché-Leclercq
1879,
174-175 en 266-269. Pack 1941, 329-331 wijst op enkele interessante
parallellen
tussen de
Oneirocritica en
fysiognomische traktaten, maar zijn hypothese dat Artemidorus'
veroordeling van
fysiognomie eerder was ingegeven door vijandschap jegens Polemo's
woonplaats
Smyrna (waarmee Artemidorus' vaderstad concurreerde om aanzien en
keizerlijke
gunst) dan door een diepgevoelde afkeer, gaat voorbij aan de broodnijd
die in
dit caput als geheel doorklinkt.
[84] Tyromanteia
en
koskinomanteia worden
in één
adem genoemd door Ael.,
NA 8.5; zie
voor
koskinomanteia ook Theoc.
3.31;
Pollux 7.188 = Philippid. fr. 37 Edmonds; vgl. Bouché-Leclerq 1879,
183; R. Ganschienietz, 'Koskinomanteia', in:
RE
11.2, 1922, 1481-1483.
[85] Vgl.
voor een beschrijving van zeefwichelarij uit de 17
de
eeuw
Lukian
von Samosata: Alexandros oder der Lügenprophet. Eingeleitet,
herausgegeben und erklärt von
Ulrich Viktor, Leiden/New York/Köln 1997, 137. Bij
tyromanteia
hebben we wellicht te maken met een ritueel om dieven
op te sporen zoals beschreven in
PGM
V 172-212: degene die na een reinigingsritueel niet in staat is de
aangeboden
ongezouten wintertarwe en geitenkaas door te slikken, is de dief. Vgl.
voor dit
ritueel O. Schuegraf, 'Käse', in:
RAC
19, 2001, 919-929, met name 922-923.
[86] Zie met
name Luc.,
Alex. 9 en Philostr.,
VA 6.11 (222,27-32 Kayser).
[87] Zie voor
lekanomanteia Bouché-Leclerq 1879,
184-186 en 339-341; Abt 1908, 171-177; F.
Boehm,
'Hydromanteia', in: RE
9, 1916, 79-86; R. Ganszyniec, 'Lekanomanteia', in:
RE 12, 1925,
1879-1889; Graf 1999, 287-288.
[88] Apul.,
Apol.
42.6; Apuleius verwijst voor de
informatie over dit voorval naar Varro.
[89] Zie o.a.
PGM IV 154-285 en 3209-3254;
PGM V 1-53;
PGM
VII 319-334;
PGM LXII
24-46;
PDM xiv 1-92; 239-295;
295-308; 395-427; 528-553; 627-635; 805-840; 841-850; 851-855;
1163-1179. Vgl.
Plin.,
NH 37.192; en voor een
ontmaskering van de trucs om goden te laten verschijnen in een
waterbekken
Hippol.,
Ref. 4.35.
[90] Zie
Ogden 2001, 191-201; vgl., ook voor een korte bespreking van het
overige in
deze alinea behandelde materiaal, Gordon 1999, 207.
[91]
Augustinus,
De civitate Dei 7.35 =
Varro,
Antiquitates rerum divinarum
I
fr. iv Cardauns.
[92] PGM
IV 227; zie voor het oproepen van doden met behulp
van
lekanomanteia ook
PDM xiv 83-84; 259-261.
[93] Zie
onder andere Juvenalis 6.548-552; D.C. 73.16.5; Philostr.,
VA 7.11 en 8.5; vgl. Ogden 2001, 197-199.
[94] Lucanus,
Pharsalia 6.642-830; Apul.,
Metamorphoses 2.28-30; Heliodorus,
Aethiopica 6.14-15; vgl. Graf 1997,
190-194; Ogden 2001, 202-208; Dickie 2001, 237-239.
[95] In
PGM
XIII 277-282 is wél sprake van
reanimatie van een lijk, maar niet van divinatie; vgl. Graf 1997, 200;
Ogden
2001, 205-206.
[96] PGM
IV 1928-2240;
PDM lxi 79-94; vgl.
Graf 1997, 198-199; Ogden 2001, 211-213.
[97] Artem.
2.69 (195,15-18 Pack).
[98] Artem.
2.69 (195,18-22 Pack).
[99] Aangenomen
mag worden dat ingewandschouw de voornaamste door offerpriesters
beoefende vorm
van divinatie was; zie voor andere 'divinatory sub-rites of sacrifice'
Halliday
1913, 184-187. Price 1986, 30 wijst
erop dat Artemidorus ook elders de interpretatie van dromen vergelijkt
met de
interpretatie van 'tekenen' door offerpriesters; zie Artem. 1.12
(20,22-21,1 Pack) en 3.66 (235,3-7 Pack).
[100] Zie voor
astrologie in de Grieks-Romeinse wereld Barton 1994b, 32-63.
[101] Artem.
4.59 (283,20-284,3 Pack); vgl. Blum 1936, 92-93, die er in het vervolg
van zijn
aan Artemidorus en de astrologie gewijde hoofdstuk (92-101) overigens
op wijst
dat Artemidorus' interpretaties met enige regelmaat wel degelijk sporen
van
astrologische voorstellingen vertonen.
[102] Zie voor
dit onderscheid Cic.,
Div. 1.11-12
en
34; vgl. Bouché-Leclerq 1879, 107-109.
[103] Vgl.
Price 1986, 30. Als we Cic.,
Div.
1.116-117 mogen geloven, was hij hierin overigens niet de eerste; vgl.
voor
Antiphon als voorloper van Artemidorus in dit opzicht Van Lieshout
1980, 219 en
223; Del Corno 1982, 60.
[104] Artem.
2.69 (195,22-196,16 Pack).
[105] Zie Hahn
1989, 47-48; Bowersock 2004, met name 59-60.
[106] Vgl.
1.32 (41,2-3 Pack): '… armoede ontneemt een mens de vrijheid van
spreken.'
[107] Artem.
4.72 (293,3-5 Pack); vgl. 2.40 (176,26-177,2 Pack).
[108] Artem. 4.72 (293,5-7 Pack).
[109] Artem. 4.76 (294,28-29 Pack).
[110] Artem. 4.71 (292,6-13 Pack).
Hiermee elimineert Artemidorus wat, althans volgens
Macrobius (zie hierboven, citaat voor n. 39), een van de
onderscheidende
kenmerken van een
oraculum was, te
weten dat er uitsluitend klare taal werd gesproken.
Bibliografie
Afkortingen van namen van
Grieks- en Latijntalige auteurs en hun werken zijn ontleend aan
A Greek-English Lexicon van Liddell
& Scott en de
Oxford Latin Dictionary;
afkortingen van tijdschrifttitels aan de
Année
Philologique. Verder worden in de noten en/of in de
literatuuropgave de
volgende afkortingen gebruikt:
ANRW: Temporini – Haase (Hrsg.), Aufstieg und Niedergang der römischen Welt,
Berlin/New York 1972- .
PDM: Papyri
Demoticae Magicae – verwezen wordt naar de vertalingen in The Greek magical papyri in translation,
including the demotic spells. Edited by Hans Dieter
Betz. Second edition, Chicago/London 1992.
PGM: Papyri
Graecae Magicae. Die griechischen
Zauberpapyri.
Herausgegeben und übersetzt von Karl Preisendanz. Zweite, verbesserte
Auflage, Stuttgart 1973-1974 (twee delen).
RAC: Reallexikon
für Antike und Christentum, Stuttgart 1950- . [265]
RE: Pauly – Wissowa –
Kroll (Hrsg.), Real-Encyclopädie der
classischen Altertumswissenschaft
, Stuttgart 1894-1997.
Abt,
A. 1908. Die
Apologie des Apuleius von Madaura und die antike Zauberei. Beiträge zur
Erläuterung
der Schrift de magia. Religionsgeschichtliche Versuche und
Vorarbeiten 4.2, Giessen.
Annequin,
J. 1987. 'Les esclaves rêvent aussi … – Remarques sur "La clé des
songes"
d'Artémidore', DHA 13: 71-113.
Barton,
T.S.
1994a. Power and knowledge. Astrology,
physiognomics, and medicine under the Roman empire, Ann Arbor.
Barton,
T.S.
1994b. Ancient astrology,
London/New York.
Blum,
C. 1936. Studies in the Dream-book of
Artemidorus,
Uppsala.
Bouché-Leclercq,
A. 1879. Histoire de la divination dans
l'Antiquité. Tome premier: Introduction – Divination hellénique
(méthodes),
Paris.
Bowersock,
G.W. 2004. 'Artemidorus and the Second
Sophistic', in: B. Borg (ed.), Paideia:
The world of the Second Sophistic, Berlin/New York, 53-63.
Del
Corno, D. 1969. Graecorum de re onirocritica
scriptorum reliquiae, coll. D. del
Corno, Milano/Varese.
Del
Corno, D. 1978. 'I sogni e loro
interpretazione nell'età dell'impero', in: ANRW
2.16.2: 1605-1618.
Del
Corno, D. 1982. 'Dreams and their
interpretation in ancient Greece',
BICS 29: 55-62.
Dickie,
M.W. 2001. Magic and magicians in the
Greco-Roman world, London/New York.
Dodds,
E.R. 1951. The Greeks and the irrational.
Sather Classical Lectures 25,
Berkeley/Los Angeles/London.
Eyben,
E.
1996. 'Dromen met Artemidorus. Van de Oneirokritika
tot de Traumdeutung', in: K.
Vandorpe,
H. Verreth (ed.), Grieken en Romeinen
bewegen hemel en aarde. Voorspellen in de Oudheid, Leuven,
87-104.
Flinterman,
J.J. 1993. Politiek, Paideia & Pythagorisme: Griekse identiteit,
voorstellingen rond de verhouding tussen filosofen en alleenheersers en
politieke ideeën in de Vita Apollonii
van Philostratus, Groningen.
Flinterman,
J.J. 1996. Lucianus, De ontmaskering van
de charlatans. Vertaald door Hein L. van Dolen, ingeleid en
toegelicht door
Jaap-Jan Flinterman, Amsterdam.
Foucault,
M. 1984. Histoire de la sexualité 3: Le souci
de soi, Paris.
Garnsey,
P. 1999. Food and society in
Classical Antiquity, Cambridge.
Gleason,
M. 1995. Making men. Sophists and
self-presentation in ancient Rome, Princeton, New Jersey.
Gordon,
R. 1999. 'Imagining Greek and Roman
magic', in: N. Ankarloo/S. Clark (ed.), The
Athlone History of witchcraft and magic in Europe.
Vol. 2: Ancient Greece
and Rome, London, 159-275.
Graf,
F. 1997. Magic in the ancient world,
Cambridge, Massachusetts/London.
Graf,
F. 1999. 'Magic and divination', in:
D.R. Jordan/H. Montgomery/E. Thomasson (ed.), The
world of ancient magic. Papers from the first International
Samson Eitrem Seminar at the Norwegian Institute at Athens 4-8 May
1997, Bergen, 283-298.
Hahn,
J. 1989. Der Philosoph und die Gesellschaft.
Selbstverständnis, öffentliches
Auftreten und populäre Erwartungen in der hohen Kaiserzeit, Stuttgart.
Hahn,
I.
1992. Traumdeutung und gesellschaftliche
Wirklichkeit. Artemidorus Daldianus
als sozialgeschichtliche Quelle. Konstanzer Althistorische
Vorträge und Forschungen 27, Konstanz.
Halliday,
W.R. 1912. Greek divination, London.
Harris,
W.V. 2003. 'Roman opinions about the
truthfulness of dreams', JRS 93,
18-34.
Holowchak,
M.A. 2002. Ancient
science and dreams. Oneirology in Greco-Roman Antiquity,
Lanham/New
York/Oxford.
Kessels,
A.H.M. 1969. 'Ancient systems of dream-classification', Mnemosyne
22, 389-424.
Klees,
H.
1990. 'Griechisches und römisches in den Traumdeutungen Artemidors für
Herren
und Sklaven', in: C. Börker/M. Donderer (Hrsg.), Das
antike Rom und der Osten. Festschrift für Klaus Parlasca zum 65.
Geburtstag, Erlangen, 53-76.
Kudlien,
F.
1991. Sklaven-Mentalität im Spiegel
antiker Wahrsagerei, Forschungen zur antiken Sklaverei 23,
Stuttgart.
Lane
Fox, R. 1986. Pagans and Christians in the
Mediterranean world from the second
century AD to the conversion of Constantine,
London.
Laukamm,
S. 1930. 'Das Sittenbild des
Artemidor von Ephesus', ΑΓΓΕΛΟΣ. Archiv für
neutestament[266]liche
Zeitgeschichte
und Kulturkunde 3, 32-71.
MacMullen,
R. 1971. 'Social history in
astrology', AncSoc 2, 105-116.
Millar,
F. 1977. The emperor in the Roman world (31
BC-AD 337), London.
Mooij-Valk,
S. 2003. Artemidoros van Daldis, Droomboek.
Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Simone
Mooij-Valk, 's-Hertogenbosch.
Näf,
B. 1995. 'Der Körper in der
Traumdeutung des Imperium Romanum', in: P. Michel (Hrsg.), Symbolik des menschlichen Leibes.
Schriften zur Symbolforschung 10,
Bern etc., 101-119.
Nollé,
I. 1987. 'Südkleinasiatische
Losorakel in der römischen Kaiserzeit', AW
18.3, 41-49.
Oberhelman,
S.M. 1993, 'Dreams in Graeco-Roman medicine', in: ANRW
2.37.1, 1993, 121-156.
Ogden,
D. 2001. Greek and Roman
necromancy, Princeton/Oxford.
Pack,
R. 1941. 'Artemidorus and the physiognomists', TAPhA
72, 321-334.
Pack,
R. 1955. 'Artemidorus and his waking
world', TAPhA 86, 280-290.
Pomeroy,
A.J. 1991. 'Status and status-concern in the Greco-Roman
dream-books', AncSoc 22, 51-74.
Price,
S.R.F. 1986. 'The future of dreams: from
Freud to Artemidorus', P&P
113,
3-37.
Robert
, L. 1978. 'Documents d'Asie Mineure. XVII.
Retour à Magnésie avec Artémidore', BCH
102, 538-543.
Schrijvers,
P.H. 1977. 'La classification des rêves
selon Hérophile', Mnemosyne 30,
13-27.
Schwabl,
H. 1987. 'Kleinigkeiten zu Artemidor', WS
100, 85-89.
Schwabl,
H. 1988. 'Weitere Kleinigkeiten zu
Artemidor', WS 101, 127-180.
Trapp,
M.B. 1997. Maximus of Tyre, The philosophical
orations. Translated,
with an introduction and notes, by M.B. Trapp, Oxford.
Van
Lieshout, R.G.A. 1980. Greeks on dreams,
Utrecht.
Van
Straten, F.T. 1976. 'Daikrates' dream. A
votive relief from Kos, and some other
kat'onar dedications', BaBesch 51,
1-38.
Von
Staden, H. 1989. Herophilus. The art of
medicine in early Alexandria. Edition, translation and essays,
Cambridge.
Weber,
G.
1999. 'Artemidor von Daldis und sein "Publikum"', Gymnasium
106, 209-229.